Spelen: vroeger en nu

‘Als je niet veel hebt leer je je fantasie gebruiken’

In de tijd dat Urker Johannes Spoelstra (79) jong was reden er nauwelijks auto’s door de straten. Buitenspelen deed je nog gewoon op de weg. ‘We hadden in die tijd niet veel en gebruikten onze creativiteit en fantasie. Daar kwamen de leukste ideeën van’.

Johannes groeide op in een Fries dorpje tussen Balk en Sloten (één van de Friese Elfsteden) met bossen, meren en landerijen binnen handbereik. ‘Als kind stond ik helemaal niet zo stil bij die vrijheid, maar inmiddels zie ik het als een voorrecht dat de natuur mijn speelterrein was.’

‘Twee keer per uur kwam er een bus voorbij en verder hadden alleen de dokter en veearts een auto’. Buitenspelen kon nog gewoon op de weg en bestond in het geval van Johannes vooral uit voetballen, blikje trappen, hinkelen en hoepelen. ‘Ik was een avontuurlijk mannetje, ging graag de bossen in, zocht naar eieren, klom in bomen en speelde bij de bunkers. Mijn moeder wist de helft van de tijd niet eens waar ik uithing.’

Kattenkwaad

Het grootste verschil in spelen tussen vroeger en nu? Dat zit ‘m volgens Johannes vooral in de creativiteit: ‘Als je niet veel hebt, leer je je fantasie wel gebruiken. Zo bouwden we onze eigen attributen met wat er maar voorhanden was en speelden we spannende verhalen na. En ja, kattenkwaad hoorde daar natuurlijk ook bij. Speeltuinen waren er bij ons in de buurt niet of nauwelijks, als je geluk had bezocht je er eentje tijdens een schoolreisje, dat was me een feest! Tegenwoordig zitten kinderen al op jonge leeftijd achter een scherm en slaat de verveling veel eerder toe. Terwijl ik van mening ben dat je van een beetje vervelen juist heel creatief wordt.’

Bekend gezicht? Dat kan kloppen. Johannes was jarenlang politieagent op Urk en geniet hier inmiddels van zijn welverdiende pensioen.